informatie en weetjes

Russische dwerhamster
De Russische dwerghamster wordt ook wel een Djoengaarse dwerghamster genoemd of, soms in de volksmond, aangeduidt met Siberische dwerghamster. De naam Djoengaarse dwerghamster is verraderlijk omdat deze naam voor zowel de Campbelli dwerghamster als voor de Russische dwerghamster gebruikt wordt. In Engeland en Amerika worden de Russische dwerghamsters Winter Whites genoemd. Dit omdat de Russische dwerghamster in de winter een wintervacht kan krijgen en geheel wit kan worden. De Latijnse naam is Phodopus sungorus. In Nederland worden de Russische dwerghamsters vaak afgekort met Russ, Russen of Rusje.
De Russische dwerghamster is in 1773 voor het eerst beschreven (Pallas, 1773). In de jaren '60 kwam de wetenschapper Dr. Figala naar het Max-Planck-Instituut (West-Duitsland) met twee in het wild gevangen koppels Russische dwerghamsters. Ze waren in omgeving van Omsk te West-Siberië gevangen. Beide koppels kregen nageslacht. Het was de wetenschapper Klaus Hoffmann die bij het observeren van deze dieren ontdekte dat er seizoengebonden veranderingen in lichaamsgewicht en kleur optraden. Hij vond ze voor de wetenschap erg waardevol. Via Klaus Hoffmann zijn de Russische dwerghamsters onder andere wetenschappers verspreid. Omdat ze heel lief karakter hebben, duurde het niet lang voordat de eerste exemplaren ook naar hobby fokkers gingen. Begin jaren '70 zijn de eerste exemplaren naar Nederland gekomen. De Russische dwerghamster komt voor in de steppen van Noord-Kazachstan met als westgrens het Oeralgebergte en zuidelijke richting West-Siberië. Ze komen niet in Rusland voor, wat de naam suggereert. In het wild leven twee verschillende populaties die eeuwen lang apart leven (zie bovenstaande kaart gemaakt in 1967). De Russen leven niet in eenzelfde gebied als de Campbelli dwerghamster.
De Russische dwerghamster is de meest gehouden soort dwerghamster in Nederland. Dit komt mede doordat zijn karakter erg vriendelijk is. Van nature is deze dwerghamster bang aangelegd. Bij gevaar gaat hij op de rug liggen en begint te krijsen. Alleen in echte noodgevallen zal hij overgaan tot bijten. Ze zijn daarom zeer geschikt als huisdier en kunnen zeer tam worden. Tam betekent niet dat hij stil blijft zitten. Ze houden graag van lopen en wanneer ze op hun gemak voelen, proberen ze weg te lopen. Maar door elke keer weer op te pakken en terug te zetten zorg je ervoor dat ze niet weglopen. Ze vinden het niet erg dat je met ze knuffeld en ook al zitten ze even op de hand vast, zullen ze rustig blijven.
campbelli dwerghamster
De Campbelli dwerghamster is door Thomas in 1905 voor het eerst beschreven. De soort is genoemd naar de ontdekker de heer C.W. Campbelli. Eerst dacht men dat het om een ondersoort ging van de Russische dwerghamsters. De latijnse naam van de Campbelli dwerghamster was Phodopus sungorus campbelli en die van de Russische dwerghamster Phodups sungorus sungorus.
het is wel mogelijk om de twee soorten onderling te kruisen, echter dit is sterk af te raden. Genetisch gezien sluit het namelijk niet aan. En wanneer iemand een Russisch dwerghamster vrouwtje laat dekken met een Campbelli dwerghamster mannetje, kan het vrouwtje niet van de jongen afkomen met alle consequenties van dien. Andersom kan het soms succesvol zijn, maar de meeste exemplaren zijn niet vruchtbaar.
Niet alle Campbelli dwerghamsters zien hetzelfde uit. Tussen de Campbelli's uit verschillende regio's zitten grote verschillen. Zo zijn de Campbelli dwerghamsters in het Altai gebied heel erg grijs van kleur en de Campbelli dwerghamsters in Mongolië heel erg bruin met veel gele pigmenten. Ook zijn er verschillen in grootte, oorvorm, kopvorm en zelfs hoe ze ruiken. Maar ook qua karakter zitten er grote verschillen. Dit heeft voornamelijk te maken met de natuurlijke vijanden die in hun leefgebied het meest voorkomen.
De Campbelli dwerghamster wordt ook wel Djoengaarse hamster genoemd, vooral in oude wetenschappelijke onderzoeken. De naam Djoengaarse dwerghamster is verraderlijk omdat deze naam voor zowel de Campbelli dwerghamster als voor de Russische dwerghamster gebruikt wordt. Daarom wordt deze naam bijna nooit meer gebruikt.
In 1983 zijn de eerste Campbelli's in Nederland gekomen. Ze zijn door Floor van Hoek via een handelaar uit West-Duitsland naar Nederland gehaald. Ze droegen metalen oorkenmerken en het vermoeden bestaat groot dat ze uit een wetenschappelijk instituut komen. Later in 1984 is door Sandy Kleerekoper een aantal Campbelli dwerghamsters uit Engeland gehaald. In Engeland werden de eerste Campbelli dwerghamsters in 1963 in een dierentuin gehouden. Begin jaren '70 werden ze in Engeland voor het eerst als huisdieren gehouden en gefokt. In Amerika zijn in begin jaren '80 de eerste Campbelli's geïntroduceerd.
Het duurde niet lang voordat de eerste kleurmutaties in Nederland kwamen. Eind jaren tachtig zijn de Albino en de Argent naar Nederland gekomen. Hier gingen om exemplaren die agressiever waren dan de wildkleur variant. Vooral de argenten waren zo agressief dat wanneer een hand boven de kooi hing, ze richting de hand sprongen om te bijten. Hierdoor hebben ze in Nederland een hele slechte naam gekregen en willen de meeste dierenwinkels geen Campbelli dwerghamsters meer verkopen. Later ontstond in Nederland de zwarte kleur en door te combineren met de argente kleur werd al snel de kleur Dove gefokt. Daarna kwamen de verschillende kleuren en mutaties naar Nederland zoals Platinum, Black-eyed argente, Moscow, Satijn en Umbrous.
Fokkers hebben heel veel op karakter geselecteerd en de huidige generatie Campbelli's zijn minder bijteriger. Ook de door mij geïntroduceerde Campbelli dwerghamsters afkomstig uit Altai regio zijn qua karakter beter. Ze verdedigen minder hun territorium, vooral als ze in kleine groepjes gehouden worden. Want dan wordt er sneller gedacht dat de ander wel op de vijanden let. Dit is ook de reden dat het voor kan komen dat exemplaren in een dierenwinkel heel lief zijn en bij aanschaf van één exemplaar het gedrag later wat agressiever is. In alle gevallen is het wel zo dat de Campbelli dwerghamster buiten de kooi heel lief en tam is. Ze bijten voornamelijk in hun eigen kooi.Campbelli dwerghamster, de kleur zoals ze in het wild hebben
hybride
Bij de Russische dwerghamster en de Campbelli dwerghamster kennen wij een probleem die wij niet bij de andere soorten (dwerg)hamsters die in Nederland gehouden worden terug zien. Dit komt omdat deze beide soorten een even groot aantal chromosomen hebben en in verte familie van elkaar zijn. In 20e eeuw dacht men ook dat het ging om ondersoorten van elkaar. Een Russische geleerde heeft de DNA van deze twee soorten met elkaar vergeleken en heeft wetenschappelijk aangetoond dat het om twee "aparte" soorten gaat. Dit omdat het mannelijk geslachtschromosoom van beide soorten verschillend zijn. Bij de Campbelli zijn twee soorten vrouwelijke chromosomen waarvan één op die van de Russische dwerghamster lijkt. Dit is de reden dat het in praktijk toch mogelijk is om beide soorten met elkaar te kruisen met alle consequenties van dien.
Wanneer deze twee soorten ooit met elkaar gekruist zijn, dan spreken we over hybride. Hybride wil zeggen dat het geen zuiver soort is. Het is een dwerghamster met een mix van eigenschappen van beide soorten. De twee soorten lijken heel veel op elkaar en stammen van elkaar af. Veel chromosomen en genen zijn gelijk aan elkaar. Maar dat wil niet zeggen dat het effect hetzelfde is. De eerste generaties hybriden kennen heel veel problemen en zijn meestal onvruchtbaar. Toch is op deze wijze gelukt om bepaalde kleurslagen van ene soort naar ander soort te brengen. Dit veelal door combinatie van het fokken in grote aantallen en geluk.
(meer informatie? ga naar www.dwerghamster.nl )
Maak jouw eigen website met JouwWeb